De colleges van de Leidse regio hebben het raadsvoorstel ‘Samenwerking warmtetransitie Leidse regio en restwarmte via WarmtelinQ+’ ter vaststelling aangeboden aan de gemeenteraden van de zes gemeenten. In dit voorstel geven Leiden, Katwijk, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude aan meer samen te willen werken binnen de warmtetransitie. Wethouder Erika Spil van Voorschoten: “Om onze huizen in de toekomst ook nog te kunnen verwarmen, is het nodig om daar nu al over na te denken. Een regionale samenwerking bij deze warmtetransitie is belangrijk omdat we, naast lokale oplossingen, ook zoeken naar regionale oplossingen. De komende maanden gaan we in gesprek met inwoners om te horen wat zij haalbaar en betaalbaar vinden.”

De aanleiding om als zes gemeenten in de Leidse regio samen te werken is de kans om betaalbare en duurzame warmte uit de Rotterdamse haven te kunnen benutten via een toekomstig transportnetwerk genaamd ‘WarmtelinQ+’. Bij de vuilverbranding in de haven van Rotterdam komt restwarmte vrij. Deze warmte kan gebruikt worden om water te verhitten en dat kan vervolgens via een grote leiding de regio in vervoerd worden. Via deze leiding kunnen woningen en bedrijfspanden in de toekomst op een duurzame manier verwarmd worden. Restwarmte is daarmee één van de goede alternatieven voor aardgas.

Open net maakt verschillende opties mogelijk

Naast restwarmte uit Rotterdam is de verwachting dat ook geothermie in de komende jaren beschikbaar komt voor de regio. Geothermie is warm water op een diepte van ongeveer twee kilometer in de aardkorst. Dit water kan omhoog worden gepompt en gebruikt worden als warmte. De zes colleges zien in WarmtelinQ+ een kans om een open warmtenet te realiseren voor de regio waar verschillende warmtebronnen op kunnen worden aangesloten. Dit brengt de doelen uit de energietransitie een stap dichterbij en daarnaast ontstaan er meerdere opties voor eindgebruikers.

Samenwerking en betaalbaarheid

Aan de gemeenteraden van de betrokken gemeenten wordt voorgesteld om samen te werken op de warmtetransitie. Het voorstel is ook een financieel commitment af te geven vanuit de zes gemeenten van een eenmalig bedrag van gezamenlijk 2 miljoen euro voor de periode tot eind 2022, verdeeld over de zes gemeenten op basis van het inwoneraantal. Dit geld is bedoeld voor onderzoek naar een open regionaal warmtenet met de komst van WarmtelinQ+. Daarnaast wordt ook onderzocht of een gezamenlijk investeringsfonds wenselijk is, passend bij de rol van lokale overheden in de warmtetransitie. Bij een positief resultaat wordt dit verder uitgewerkt voor de periode na 2023. De zes gemeenten blijven daarbij het Rijk oproepen financieel flink bij te dragen, zodat de plannen betaalbaar blijven voor bewoners en bedrijven.

Back To Top