Voorschoten - Michelle van Kessel stuurde de redactie een ingezonden stuk over Voorschoten: Als bewoner van de Professor van der Waalslaan werd ik de laatste drie jaar steeds meer geconfronteerd met een gemeentelijke overheid die haar zaakjes, op z’n zachts gezegd, niet voor elkaar heeft met alle ( ook financiële en maatschappelijke) gevolgen van dien. Donderdag 21 september jl. was ik aanwezig tijdens de rapport presentatie van de voorzitter van de rekenkamer aan het college en de raad.
Een opmerkelijk rapport welke politieke gekleurdheid, hoewel stellig ontkent, niet uit de weg gaat. Want zie de daarin vermelde lijst van geïnterviewde (coalitie) personen en een opgenomen voetnoot van D66 en VVD waarin zij een begin maken om zich zelf vrij te pleiten. Ook opmerkelijk, er wordt in het rapport gesproken over:
 
Citaat;
“In de provinciale scan wordt (ook) gewezen op het feit dat de raad kaders stelt, maar ze niet altijd naleeft: ‘gezaghebbend nee zeggen’. Dus geen ‘slappe knieën’ hebben als raad als er weerstand komt vanuit de bevolking tegen bepaalde plannen, terwijl deze plannen noodzakelijk zijn voor de realisatie van inkomsten (kostendragers) onder plannen. Tenzij er een dwingende verplichting ligt om te komen met alternatieve dekkingsvoorstellen”
Er zou gezaghebbend meer nee gezegd moeten worden tegen de burgers. Soms nee zeggen is onontkoombaar en verstandig maar dan wel na zorgvuldige, transparante, integrale belangenafwegingen waarin met twee maten meten en vriendjes politiek geen rol spelen.
Want naar mijn mening vergeet de rekenkamer een belangrijk aspect duidelijker te belichten. Namelijk, dat jaren achtereen de coalitiepartijen ja gezegd hebben tegen ambitieuze projecten waar het grootste gedeelte van de burgers van Voorschoten niet om gevraagd heeft. Projecten die de gezaghebbenden mooi op hun CV vonden staan maar niets te maken hadden met het belang van het merendeel van de burgers. Toen en ook nu spiegelt het college de raad regelmatig een onvolledig en incorrect beeld voor waardoor zorgvuldige belangenafwegingen onmogelijk gemaakt worden. De slappe knieën van de raad zit ‘m ook in het feit dat de durf om het dualisme uit te voeren vaak niet aanwezig is. Na influistering klinkt het nee te vaak binnen maatschappelijke kwesties. Een voorbeeld hiervan is het, door mij in detail meegemaakt, verkoopproces van de Van der Waalslaan. Een raadsbesluit uit 2012 ( met duidelijke kaders van de raad, verwoord in het plan van aanpak 2014) tot afstoten gemeentelijke accommodaties wordt door het college in 2015 eigenhandig de nek omgedraaid omdat er geld nodig is om de schulden, opgelopen door prestige projecten, wanbeleid en weinig know how, af te kunnen lossen. Voorbeelden van het oprekken en achterwege laten van gestelde kaders en afspraken zijn er te over. Daaraan kan de recente herinrichting van de Vlietwijk nu ook aan toegevoegd worden.
 
Citaat;
“politiek consumentisme en politiek cliëntelisme”
 
“Aandachtspunten hierbij zijn een verplichte alternatieve dekking bij amendering van voorstellen, het elkaar aanspreken bij (dreigende) afwijking van afgesproken kaders en spelregels en het besef dat het gemeentebestuur weliswaar voor de Voorschoten gemeenschap werkt maar niet van de gemeenschap is (geen politiek cliëntelisme). Wie bewaakt de gemaakte afspraken, het afgesproken absolute minimumgedrag?
Beide beleidsvragen zijn bestemd voor zowel gemeenteraad als college”
 
Daarbij vergeet de rekenkamer dat de overheid naast een financiële ook een maatschappelijke verantwoording jegens haar belasting betalende burgers heeft. Een burger is meer dan gerechtigd om aan een overheid een wens kenbaar te maken en deze aan te spreken. Zeker wanneer die overheid falend beleid ten uitvoer brengt. Dat heeft niets met clientelisme te maken. De burger is geen melkkoe waar maar 1 keer in de vier jaar naar geluisterd moet worden. Het is tegenwoordig jammer genoeg noodzaak om als burger, omdat het college en de raad in gebreken blijft, een antwoord en gevolg te geven op onder andere de gestelde vraag in het tweede citaat. Opmerkelijk dat de voorzitter van de rekenkamer tijdens de presentatie aangeeft clientelisme een ongelukkige woordkeuze te vinden en het vervolgens bagatelliseert door aan te geven dat er geen tijd en mankracht is geweest om het rapport goed door te lezen.
 
Het is jammer dat er een zweem van politieke kleuring hangt over dit rapport. Hoe lastig ook, er zal toch echt met de billen bloot gegaan moeten worden omtrent de staat van, het waarom en de verantwoordelijken voor de bedrijfs- en bestuurscultuur binnen het ambtenaren apparaat. Een diepere analyse hiervan met de daarbij behorende conclusies zullen de vermelde besluiten en acties met de verstrekkende negatieve financiële en maatschappelijke gevolgen, nog beter verklaren. Vanuit die verklaring kunnen en moeten aan algemene aanbevelingen (zoals “Het college zal anders moeten gaan acteren richting de raad”  en “Het gaat daarmee zeker ook om een verandering van de politiek-bestuurlijke cultuur in Voorschoten inclusief de advisering vanuit de organisatie (gezaghebbend nee zeggen), naast een instrumentele verbetering van de informatiepositie van de raad in termen van toegankelijkheid en begrijpelijkheid”)  praktische handen en voeten gegeven worden zodat duidelijk wordt welke exacte veranderingen en omgangsvormen nodig zijn voor een gezonde gemeente. Want wanneer een dapper oppositie raadslid tijdens de raadsvergadering een vraagteken zet bij de voetnoot en lijst van geïnterviewde mensen, wordt hij door onze interim VVD burgemeester terecht gewezen en beticht van muggenzifterij. Een sturende wijze die een neutraal behorende burgermoeder, op dat moment ook in functie als voorzitter, allerminst siert. Een illustratie van waar de schoen onder andere wringt.
Als auteur van de brief ‘ beste Burgermoeder’ verzonden in februari 2017 n.a.v. de herstelplannen, verwijs ik de burgemeester nog maar eens naar de hierin aangedragen punten die moeten zorgen dat onze mooie gemeente
leefbaar blijft.
 
In de voorbije week dat in het nieuws de weerstandslobby van hoge ambtenaren tegen de Wet Open Overheid belicht werd, voel ik mij wederom verantwoordelijk om een bijdrage te leveren aan die leefbaarheid. Dat betekent o.a. verder kijken dan mijn eigen voordeur, de hand in eigen boezem steken, de eigen broek zo veel mogelijk op houden, eerlijke, goed overwogen, lange termijn visies ondersteunen, af en toe water bij de wijn doen maar vooral de kritische toon, in redelijkheid en met gezond verstand, bij (wan)beleid en besluiten niet schuwen. Ik weiger te berusten in het feit dat de Voorschotense bestuurders deze deugden achterwege laten en mijn belasting centen te regelmatig over de balk gooien, dat zij de maatschappelijke rekeningen doorschuiven aan de burger en zij op de zelfde wijze als de afgelopen vijftien jaar hun gang blijven gaan. Aftreden in gemeenteland is not done. Onbegrijpelijk. Enig voordeel hiervan is dat het ons nog meer onverdiend wachtgeld scheelt.
 
Gelukkig zijn de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2018 niet meer zo ver weg. Ik wil u, mijn mede Voorschotenaren, van harte aanraden om eens open minded de (landelijke) politieke voorkeur los te laten en te kijken welke wijsheden en expertise, of het gebrek daaraan, uw lokale politici in huis hebben om vervolgens uw stemgedrag daarop aan te passen. De gemeentelijke slechte financiële situatie en de daaruit voortvloeiende keuzes tot afbraak van heel veel maatschappelijke noodzakelijkheden moeten u een hint kunnen geven.
 
De arrogantie van de Voorschotense macht, in het zadel gehouden door een kennisarme zieke bestuurs- en bedrijfscultuur en vrienden, moet een halt toe geroepen worden. Alleen dan kan Voorschoten vooruit, blijft zij voor iedereen leefbaar en kan de glans op deze parel weer terugkomen.
 
Michelle van Kessel
 
Back To Top