Rien Koppenhol is vandaag naar de herdenking in Roermond. Burgemeester Staatsen is mee.

Voorschoten – Voorschotense veteranen, in het gezelschap van burgemeester Staatsen, vertrokken vanmorgen in de stromende regen naar de jaarlijkse herdenkingsbijeenkomt in Roermond. Tijdens de bijeenkomst worden de Nederlandse militairen herdacht die in de periode 1945-1962 vielen tijdens de strijd in het voormalig Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea.

Jan van de Goorbergh is woordvoerder van de Indië-veteranen. “Samen met burgemeester Staatsen hebben we geregeld dat de Voorschotense veteranen met de bus naar Roermond kunnen. De mensen zijn al op leeftijd en dan is Roermond ver weg. Voor een aantal lukte het gewoon niet meer om op eigen gelegenheid te gaan.”

“Veteranen, dat zijn een beetje mijn mensen”, voegt burgemeester Staatsen er aan toe. “Toen ik hoorde dat de meesten niet konden gaan naar deze bijzondere herdenking, 70 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, hebben we een bus geregeld. Daar moeten Voorschotense veteranen bij kunnen zijn.”

De herdenking bij het Nationaal Indië-monument 1945-1962 in Roermond wordt jaarlijks georganiseerd. Zo’n 20.000 veteranen uit Nieuw-Guinea, Indonesië, Korea en meer zijn er vanmiddag bij. Minister-President Rutte houdt een toespraak.

Voor Rien Koppenhol en zijn vrouw is de busreis een uitkomst. “Anders hadden we er niet bij kunnen zijn.” Rien heeft op West en Midden-Java gevochten. “Herdenken moet”, vindt hij. “Er zijn steeds minder veteranen terwijl het zo belangrijk is om met elkaar die periode te herdenken.”

Rien zat bij Koninklijk Nederlands Indisch Leger KNIL. Toen hij tijdens gevechten gewond raakte is hij naar Nederland overgebracht en kwam in een klein dorpje in Zeeland terecht. “Een moeilijke tijd”, vertelt hij. “Ik had heimwee, kende niemand en het was koud.” Daar leerde hij wel zijn vrouw kennen. “Ik vond hem maar een magere jongen”, lacht ze.

Na een paar maanden kwamen de andere veteranen pas terug en vond meneer weer aansluiting. “Het was voor die jongens ook moeilijk”, zegt hij. “Ze werden uitgescholden en beschimpt. Onterecht, want ze werden ook maar gestuurd en hebben hun leven gewaagd. Ook zij moeten geëerd worden.”

Rien heeft lang naar vandaag uitgekeken. “Het praten met elkaar is zo belangrijk voor mij. De namen van de jongens die zijn omgekomen noemen, herinneringen delen en ja, ook emoties. Die hebben we nog steeds.” En dat die emoties nog hoog zitten vertelt zijn vrouw. “Jaren later is Rien heel erg ziek geworden. Volgens de huisarts kon dat rechtstreeks naar de oorlog worden gelinkt. Die jongens zijn allemaal op de een of andere manier beschadigd, hun hele leven lang!”

Back To Top