Foto : VNO-NCW

Voorschoten - Doe je jaren op een volwassen manier zaken, verandert je zakenpartner onverwacht de spelregels. Het overkwam tankstation-exploitant Stefan Huisman en tientallen collega’s in Zuid-Holland. ‘Straks ben ik dankzij de provincie misschien twee van mijn goedlopende tankstations kwijt.’

 Je bent jaarlijks veel meer kwijt aan huur én je weet dat je tankstation na afloop van de contractperiode wordt geveild. Te gek voor woorden? Dat kan zijn, het is in het kort wat de provincie Zuid-Holland voor de exploitanten van tankstations op provinciegrond in de aanbieding heeft. Stefan Huisman is één van hen. Op de website van zijn bedrijf noemt hij zichzelf gekscherend de oliesjeik van Leiden. Maar de exploitant van vijf tankstations in de regio Leiden mocht willen dat hij nu de machtspositie had van de leider van een olieproducerend land. ‘Twee weken geleden viel dit op de deurmat’, vertelt Huisman. Hij toont een A4tje met de uitnodiging voor een voorlichtingsbijeenkomst van de provincie Zuid-Holland, op 29 maart in Den Haag. Even daarvoor heeft hij het document uit z’n ‘persoonlijk dossier’ gevist, een dikke stapel papier vol informatie over de nieuwe regeling die de provincie wil invoeren voor tankstations op provinciegrond.

 'de provincie legt uit hoe we meer uit ons tankstation kunnen halen? nou ja'

Tijdens de bijeenkomst zouden de exploitanten van de tankstations die te maken krijgen met de regeling, worden bijgepraat over de plannen. Maar voordat het zover was, moesten ze eerst een masterclass van motivator Johan Lammers aanhoren. ‘Die man zou ons weleens vertellen hoe we meer geld uit onze tankstations kunnen halen. Nou, dat zullen wij zelf toch zeker het beste weten?’ Achteraf begrijpt Huisman wel waarom de auteur van het boek Gastheerschap en sales in optima forma de ruimte kreeg om zijn verhaal te doen. ‘Alles wat bijdraagt aan een vergroting van onze afzet, spekt de provinciekas.’

 Gênant

Een gênante vertoning, dat is nog de meest vriendelijke kwalificatie die Huisman kan bedenken voor wat hij kreeg voorgeschoteld op het provinciehuis. En de aanwezige collega’s – hij schat een man of veertig – dachten er net zo over. Maar de echte pijn kwam pas in de tweede helft van de bijeenkomst. Want aansluitend op de masterclass kregen de aanwezigen eindelijk waarvoor ze naar Den Haag waren gekomen: de uitleg over de provinciale plannen. De provincie wil een ‘marktconforme’ vergoeding voor het gebruik van de grond waar de stations op staan. Die stap heeft grote gevolgen. Langs de provinciale wegen in Zuid-Holland staan zo’n tachtig tankstations. Iets meer dan de helft daarvan staat op grond die eigendom is van de provincie. De exploitanten dragen voor het gebruik van die grond jaarlijks al een stevig bedrag af aan precario. Maar de provincie vindt dat onvoldoende. Volgens Huisman heeft de provincie Zuid-Holland zich rijk laten rekenen door een bureau dat z’n geld verdient met adviezen over de waarde van tankstations.

'Of je maar even wilt tekenen bij het kruisje'

De eigenaren van de tankstations op provinciale grond krijgen – als alles volgens plan verloopt – in mei een huurcontract aangeboden met aanzienlijk minder gunstige voorwaarden dan die onder het huidige vergunningenstelsel. De afdracht op basis van het aantal verkochte liters brandstof blijft. Maar daar bovenop komt een bedrag berekend op basis van de WOZ-waarde. In sommige gevallen kan dat leiden tot een ruime verdubbeling van de kosten. ‘Je moet wel erg veel klanten aan de pomp krijgen om de investeringen in je tankstation binnen die contractperiode van vijftien jaar terug te verdienen.’

 Annexatie

Er verandert meer. De vergunningen die de exploitanten van de tankstations nu hebben, hebben geen einddatum. De huurcontracten die ervoor in de plaats moeten komen wél. Na vijftien jaar is het einde oefening. Dan worden de huurrechten geveild. Een eerste recht tot koop op de veiling krijgen de exploitanten niet. En de overgang naar de nieuwe overeenkomsten is ook allesbehalve vrijblijvend, benadrukt Huisman. ‘Of je maar even wilt tekenen bij het kruisje. Doe je dat niet, dan word je vriendelijk verzocht binnen drie jaar je station te verlaten.’ De vergoeding die daar tegenover staat (voor brandstofpompen, opslagtanks en dergelijke) beschouwt hij als niet meer dan een pleister op de wonde. Als de plannen ongewijzigd doorgaan en hij weigert mee te werken, betekent dit dat hij straks twee goed lopende tankstations kwijt is: een in Leimuiden en een in Voorschoten. Samen goed voor ongeveer de helft van zijn brandstofverkopen. Hij ervaart het als een annexatie. De provincie probeert het nieuwe beleid aan de exploitanten van de tankstations te verkopen met een verhaal over de voordelen. Zo zouden de overeenkomsten nieuwe stijl de bedrijven meer rechtszekerheid bieden. Maar Huisman ziet vooral nadelen.

Spelregels veranderd

Wat Huisman te wachten staat, dreigt voor nog enkele tientallencollega’s in Zuid-Holland met tankstations op provinciegrond. En het is de vraag of het daarbij blijft, verzucht Jan Paul Kerkhof, eigenaar van een tankstation in Den Haag én voorzitter van de afdeling tankstations van brancheorganisatie BOVAG. ‘Nu is het Zuid-Holland dat de spelregels eenzijdig verandert. Maar als deze provincie z’n plannen doorvoert, kan je er op wachten dat andere provincies snel volgen. Ik hoop echt dat het zo ver niet komt.’

'Dit voelt als een annexatie'

De BOVAG trekt in de strijd tegen de provinciale plannen op met diverse andere spelers uit de markt, waaronder de brancheorganisatie van brandstofhandelaren Nove en de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI). Hij hoopt dat het massieve protest de beleidsmakers van de provincie Zuid-Holland op de valreep nog op andere gedachten brengt. En dat is iets waar ze bij de collega’s van brancheorganisatie Beta ook op hopen. Als de provincie tóch vasthoudt aan haar plannen, rest volgens Kerkhof alleen nog een gang naar de rechter. Huisman prijst zich gelukkig dat hij niet afhankelijk is van de inkomsten uit één tankstation, zoals diverse collega’s. ‘Als je dan een concessie kwijtraakt, heb je een probleem. Dan rest er niets anders dan ergens achter een kassa te gaan staan. Want er moet brood op de plank komen.’

Bron : VNO-NCW

Back To Top