Voorschoten – Ras-Voorschotenaar Nico Fennes is een van de gelukkigen! Hij loopt dezer dagen de 100e Vierdaagse van Nijmegen. Hij doet voor Voorschotenonline op geheel eigen wijze verslag van het evenement dat zucht onder de hitte. De eerste dag:

Het is goed toeven in het huis van Moniek met ‘two man and a cat’. Het is blauwe dinsdag, de eerste wandeldag van de Vierdaagse. Na een gebrekkige nachtrust – vierdaagse lopers moeten meestal nog aan het nieuwe ritme wennen – behandel ik mijn voeten met talkpoeder.

Fred Boting is dan al in vol ornaat klaar voor de tocht. Precies om 03:45 uur staat hij in de woonkamer met de wandelschoenen al aan en de heuptas met waterfles om. Fred is beter bekend onder de nickname ‘Sing’. ‘Opa-sing’, zegt ie zelf, namelijk met vijf kleinkinderen. Na een goed ontbijt, en een pakket boterhamen voor onderweg, op de fiets naar de Wedren. In luchtige kleding zijn we voorbereid op een warme dag. Ik neem minimale bagage mee. Een telefoon, een mp3speler met mijn muziek- deze dagen luister ik U2 - en mijn camera. Zonder camera ga ik niet op weg.

Oranje
Bij de Wedren heb ik afgesproken met Marjo, mijn nicht uit Lisse. Wij gaan vandaag samen lopen. Fred loopt vandaag liever in zijn eigen tempo. Na de openingstoespraak door Wim Jansen en het startschot door Coen Terpstra, 50-voudig vrijwilliger, komen de lopers op gang in een gigantische omhooggeschoten wolk van confetti. Zingende en joelende nachtbrekende studenten begeleiden de eerste honderden meters tot aan de Waalbrug. Zij vormen mensenhagen en nodigen met één hand omhoog uit voor een high-five. Net over de Waalbrug verschijnt de eerste zonnerand en kleurt de horizon oranje. 

Oranje is de kleur van het ALS shirt. Nog voor de start sprak ik met een vader met dochter achter mij, beiden in dit herkenbare shirt. Zij hebben ook een reden om voor de ALS stichting te lopen.

Goed op weg vertelt Marjo dat er elke dag een afstand van 100 kilometer wordt gelopen door telkens andere kleine groepen wandelaars. De eerste groep is gistermiddag al begonnen. Tjee, wat een afstand, daarbij verbleekt die 40 km bijna die wij doen.

Dag van Elst
De lopers vormen een menselijke slinger zonder zichtbaar begin en eind. De eerste wandeldag is de dag van Elst. Betuwedorpen als Bemmel, Valburg en Oosterhout worden aangedaan. De inwoners van deze dorpen lopen uit voor de vierdaagse. Zij genieten volop van dit jaarfeest. Bewoners van verzorgingshuizen posteren langs de weg en zwaaien naar de voorbijgaande stoet. Kinderen beleven een topdag. Zij mogen vandaag zonder enig protest waterspuiten, want het is heet en verkoelen moet.
Met Marjo loop ik goed door.

Vriendenteam Cock
Voorbij Elst staat de enige ALS verzorgingspost. Ik word bij naam aangesproken bij het binnenlopen. Ik kijk ervan op, want ik ken hen niet. De circa 50 ALS sponsorlopers zijn hun wel bekend, de lijst van lopers met foto ’s ligt op tafel. Willem Schoneveld, samen vormen wij ‘het vriendenteam Cock’, is een uur vooruit wordt gezegd. 

Wij lopen rustig door met af en toe een korte pauze. Het eind van de eerste loopdag nadert. De Oosterhoutsedijk wacht ons. Deze circa 7 kilometer lange dijk ligt vol in de zon en is bevreesd. De organisatie weet wat hier te doen staat, drinken en koelen. Op de dijk bieden zij en Defensiepersoneel op meerdere punten water aan. Veel water. Ik krijg een houder met zes flesjes tegelijk, ‘deel zelf maar uit’. Later lezen wij op teletekst van de 141 lopers, die last hebben gehad van de warmte.

Hé, daar is Jan van Vulpen. Iedereen kent hem. Hij is van beroep boomzager en zelf onmiskenbaar boomlang. Ongetwijfeld maakt hij, zoals altijd, elke dag reclame langs de route.

Kousenvoeten
Aan het eind van de dijk gaat het omhoog naar de Waalbrug. Ik vind het nu wel zat geweest. Na de Waalbrug hebben Nijmegenaren en dagjesmensen het van de studenten overgenomen. Zij kijken rustig toe en klappen. Daar is de Wedren in zicht. ‘Goed gelopen Marjo’. Morgen kunnen we 5:30 starten. Een half uur eerder dan anders in verband met de verwachte warme dag van morgen.

Bij terugkomst in Moniek ’s huis vallen mijn ogen dicht tijdens het posten van enkele van de gemaakte foto ‘s. Ik moet een uurtje bijslapen. Fred doet dat ook. Nadat we gegeten hebben, in een eetcafé hier in de buurt, lopen we op weg naar ons verblijf via Victor door Verax. We raken in gesprek met een paar mensen die buiten een verjaardag vieren. Het zijn straatnamen die verwijzen naar de eerste Romeinse nederzetting in Nederland hier op deze plaats, spreekt iemand uit het groepje. ‘Dit is het oudste stukje Nederland’, en hij laat zichtbare sporen in het wegdek zien. Eerbiedwaardig lopen wij op kousenvoeten verder naar ons huisje.

 

 

 

Back To Top