Voorschoten – De gemeente Voorschoten ziet de creatie van een openbare wandelverbinding tussen de wijk Adegeest en de Nieuwe Weg in het Voorschotense deel van de Papenwegse Polder niet zitten, zo blijkt uit de reactienota van het college op de zienswijzen die zijn ingediend op de Structuurschets Voorschoten die komende donderdag door de gemeenteraad zal worden vastgesteld

De Vereniging tot behoud van oud, groen en leefbaar Voorschoten deed in haar zienswijze op de Structuurvisie, waarin de contouren van het ruimtelijk beleid van de gemeente voor de komende 10 jaar zijn vastgelegd, de suggestie om na te denken over het maken van een nieuwe wandelverbinding tussen Adegeest en de Nieuwe Weg of eventueel tussen de Dobbewijk en de Nieuwe Weg.

De Nieuwe Weg is een nogal misleidende aanduiding voor een al honderden jaren bestaande weg die vanaf de oostelijke parallelweg van de A44 tot diep in het hart van het Voorschotense deel van de Papenwegse polder loopt. Vanaf het eindpunt is het hemelsbreed een paar honderd meter naar de wijk Adegeest in Voorschoten. Naast de wat hoger gelegen spoorlijn, die de Papenwegse polder vanaf het parallel lopende fietspad tussen het Voorsche Park en Adegeest grotendeels aan het zicht onttrekt, ligt er nog een verscholen barrière in het landschap namelijk de Dobbewatering.

Het in Voorschoten gelegen deel van de Papenwegse polder vormt vanuit de lucht gezien een lappendeken van relatief kleine, door sloten omgeven percelen weiland, die met een aantal paden, tal van dammetjes en één bruggetje over de Dobbewatering nabij de Dobbewijk met elkaar zijn verbonden. Eén pad loopt onder het spoor door. Op het oog lijkt het mogelijk een aantal van deze elementen in het misschien wel meest onbekende deel van Voorschoten aan elkaar te knopen en het zo voor wandelaars toegankelijk te maken.

De gemeente Voorschoten toont zich echter in haar reactienota, die straks onlosmakelijk met de Structuurvisie is verbonden, geen voorstander van dergelijke verbindingen dwars door open weidegebieden daar deze in haar optiek de natuur- en ecologische waarden aantasten.

De Agrarische Natuurvereniging Santvoorde, waarin boeren uit de veenweidegebieden van onder andere Voorschoten en Wassenaar zich hebben verenigd, valt de gemeente Voorschoten niet alleen bij in haar afwijzende standpunt, formuleert dit in haar eigen zienswijze op de Structuurvisie Voorschoten nog scherper. Santvoorde noemt een wandelpad door de open polder “absoluut ongewenst”, niet alleen met het oog op een efficiënte agrarische bedrijfsvoering, maar ook vanwege “het welzijn van vee en weidevogels”.

Daarmee lijkt opnieuw een plan voor het Voorschotense deel van de Papenwegse polder op voorhand getorpedeerd.  In 1971 werd een streep door het plan van de Leidse Baan (PW16) door dit gebied gezet. In de nota ‘Leidse Regio Aanzet’ uit 1991, een zoektocht van wethouders uit de regio naar nieuwe bouwlocaties, stond een schets om in dit deel van Voorschoten een nieuwe wijk met 2.390 woningen te bouwen inclusief een bedrijfszone langs het spoor. Die nota bleek overigens niet geheel een utopie, want ook de later gebouwde Krimwijk was erin opgenomen.
De beste manier om de Papenwegse Polder te bekijken blijft dus een ritje met de trein tussen de stations Voorschoten en De Vink

Tekst : Jos Knijnenburg