Voorschoten - BMC Advies BV heeft onderzoek gedaan naar de bestuurskracht van de gemeente Voorschoten en de resultaten liegen er niet om. "Rampzalig, er is heel veel mis," aldus de PvdA. Ook de SP is geschrokken van de uitkomsten van het onderzoek en het CDA vraagt zich af of verbetering nog mogelijk is. De VVD waarschuwde ervoor 'niet mee te huilen met de wolven in het bos.' "Maar we moeten meteen beginnen met verbeteringen." Hoewel afgesproken was het rapport 'Bestuurskrachtonderzoek Voorschoten' afgelopen donderdag in de raad nog niet inhoudelijk te bespreken, werd duidelijk dat een groot aantal partijen zich grote zorgen maakt over de huidige positie van Voorschoten.
De ambtelijke fusie tussen Wassenaar en Voorschoten in januari 2013, met als doel efficiënter te werken, levert nog te weinig op. Ondanks de grote betrokkenheid van de medewerkers, is er onvoldoende kwaliteit in de organisatie. Er is te weinig afstemming en overleg waardoor zij het gevoel hebben drie heren te moeten dienen: Wassenaar, Voorschoten en de Werkorganisatie Duivenvoorde zelf.
Financieel staat Voorschoten er slecht voor. De grote tekorten zijn onder andere veroorzaakt door de Rijnlandroute en de grondverwerving in de Duivenvoorde Corridor en lopen op tot respectievelijk zo'n 500.000 euro in 2018 en 2019 en zo'n 400.000 euro in 2020. Het adviesbureau concludeert dat pijnlijke besluiten om de financiële positie te verbeteren, worden uitgesteld. Ook wordt uitgevoerd beleid onvoldoende geëvalueerd.
Derde pijnpunt is de regionale samenwerking. In de omliggende gemeenten is onduidelijk wat Voorschoten wil. Vaak wordt gekozen voor een ad hoc samenwerking op basis van het verwachte voordeel voor Voorschoten en dat leidt tot versnippering. De samenwerking met Leidschendam-Voorburg in het kader van werk en inkomen dreigt uiteen te vallen dat wordt als een groot risico beschouwt.
Er waren ook positieve punten. Voorschoten doet het qua digitale dienstverlening uitstekend. Inwoners wonen met veel plezier in het dorp, hebben een bovengemiddeld vertrouwen in hun bestuur en vinden het college toegankelijk en benaderbaar. Ook denkt het adviesbureau dat de gemeente er zonder ambtelijk fusie slechter voor had gestaan. Daardoor konden onder andere de decentralisaties in het sociaal domein goed en adequaat worden aangepakt en uitgevoerd.
Om te kunnen bepalen hoe de huidige situatie het best verbeterd kan worden, besloot de raad tot een vervolgonderzoek. Dat richt zich op drie onderdelen: het versterken van de bestuurlijke aansturing, het schetsen van perspectief voor regionale samenwerking en het creëren van betere randvoorwaarden voor de ambtelijke organisatie zodat deze daadwerkelijk efficiënter kan gaan werken. Het onderzoek wordt begeleid door dezelfde commissie, bestaande uit een aantal raadsleden, die het bestuurskrachtonderzoek heeft begeleid. Indien nodig, wordt het aantal leden uitgebreid. De kosten van het onderzoek zijn op dit moment nog niet bekend.
