Voorschoten - Het Bewonersgroepenoverleg RijnlandRoute heeft de Tweede Kamer gevraagd de rijksbijdrage van ruim een half miljard euro voor de RijnlandRoute ‘aan te houden’ totdat maatregelen op de bestaande N206-route hun effectiviteit hebben kunnen bewijzen.

Bij die maatregelen op de bestaande route gaat het om de verbreding van de Europaweg en de Lammebrug en de aanpassing van het Lammenschansplein aan de oostkant van Leiden en om de verbreding van de Tjalmaweg en de verbetering van de aansluiting Plesmanlaan/Tjalmaweg op de A44 aan de westkant van Leiden.

Verouderd
De bewonersgroepen willen wachten omdat de plannen voor de RijnlandRoute zijn gebaseerd op sterk verouderde en overdreven prognoses voor de economische groei, de beroepsbevolking en het aantal arbeidsplaatsen, de woning- en kantorenbouw en de aanleg van bedrijfsterreinen en de ontwikkeling van het verkeer.

Goedkoper en effectiever
Volgens het Bewonersgroepenoverleg zijn de maatregelen op de bestaande route niet alleen veel goedkoper (de hele RijnlandRoute kost ongeveer één miljard euro!) en sneller te nemen dan de aanleg van de nieuwe autoweg tussen de A4 en de A44; ze zijn ook veel effectiever en veroorzaken niet de schade aan natuur en landschap en woonomgeving die de hele nieuwe verbinding wel veroorzaakt.

Op de verkeerde weg
Volgens het Bewonersgroepenoverleg hebben rijk en provincie voor de RijnlandRoute afspraken met elkaar gemaakt op basis van aantoonbaar onjuiste uitgangspunten. Samen zijn ze daarmee in feite dus de verkeerde weg opgegaan. Daar zijn de bevindingen van CE Delft nog bijgekomen (dat de verkeersontwikkeling en de files zelfs achterblijven bij de laagste verwachtingen en dat ook voor de RijnlandRoute geldt dat het zeer onwaarschijnlijk is dat ze economisch rendabel worden).

De vraag is volgens de bewonersgroepen dus of dit alles per se moet inhouden, dat hoe dan ook op de verkeerde weg moet worden voortgegaan. Dat lijkt die groepen geen juiste invulling van het concept van de betrouwbare overheid en ook geen juiste invulling van het beginsel dat bestuurlijke overeenkomsten nagekomen behoren te worden.

Bezuinigingen
Niet voor niets liet minister Schultz zelf eind 2012 voor de behandeling van haar begroting dan ook al weten, dat - gezien de bezuinigingsopdracht voor haar ministerie - niet alle "beloftes (…) waargemaakt (kunnen) worden" en dat verschillende afspraken met regionale overheden opengebroken moesten worden.

Op 24 november praat de Kamercommissie met minister Schultz over de RijnlandRoute.

Back To Top