In het gemeentehuis kreeg Ton Lindhout vanmorgen de bronzen Erepenning van het Carnegie Heldenfonds vanwege zijn optreden tijdens de gewelddadige overval op de familie De Boer. Vlnr burgemeester Staatsen, Ton Lindhout en Jos Siterhout van de Carnegie Stichting.

Voorschoten – Hij voelt zich geen held maar toch kreeg ‘tuinman’ Ton Lindhout vanmorgen de bronzen Erepenning van het Carnegie Heldenfonds uitgereikt. Ton werd tijdens de brute overval in augustus afgelopen jaar aan de Van Beethovenlaan, vastgebonden maar kon zich losmaken en de politie bellen. Daardoor werden de verdachten kort erna opgepakt.

In Voorschoten wordt nog steeds gesproken over de extreem gewelddadige overval op de familie De Boer. Tijdens de aanhouding van de drie verdachten werden grote delen van het dorp afgezet, verkeer omgeleid, schoolkinderen en inwoners moesten binnen blijven. Er vielen zelfs schoten bij de aanhouding en de schrik zat er ook bij omwonenden goed in. Zij wisten van niets en hoorden pas later wat er precies was gebeurd.

Dankzij hem leef ik nog
Daar willen Evert en zijn vrouw Liliana den Boer nu niet op in gaan want de zaak is onder de rechter. Twee van de drie verdachten zijn namelijk in hoger beroep gegaan omdat zij vinden dat de straf van ruim 5 jaar te hoog is. Wel vertel het echtpaar over de heldendaad van Ton. “Hij is al jaren bij ons in dienst en is niet alleen 'de tuinman' maar ook chauffeur en is leidinggevende bij de hema. Hij hoort bij de familie en dankzij hem leef ik nog”, vertelt Liliana den Boer geëmotioneerd. Dagelijks ondervindt zij nog last van de overval. “Het gaat elke dag een beetje beter maar ik ben er nog lang niet.”

Jullie komen niet weg
Drie verdachten kwamen om 7 uur ’s morgens op die bewuste 24 augustus de tuin binnen. Ze knevelden Ton en sloten hem op in de schuur. “Ik dacht direct: hier komen jullie niet mee weg”, vertelt hij. “Bang was ik niet en ook niet boos maar ik kneep hem wel toen ze mijn laarzen uittrokken en een bijl pakten. Daar gaan mijn tenen, dacht ik. En later toen ze me met benzine overgoten en met de aansteker speelden, kreeg ik het ook even benauwd. Maar ik ben een nuchtere dus was eigenlijk al aan het nadenken over hoe ik mezelf kon bevrijden.”

En dat deed Ton. Toen de overvallers mevrouw De Boer uren lang onder bedreiging hielden, kon Ton ontsnappen. “Ik rende naar Berbice en bij de Zilverfabriek stonden mensen buiten. Die geloofden me eerst niet want ik had nog steeds een zak over mijn hoofd. Ik kon ze snel overtuigen.” Ton kent Berbice goed want ook daar werkt hij in de tuin.

Geen held
Nee, een held voelt hij zich helemaal niet. Sterker, hij is overdonderd door deze eer. “Ach, ik denk dat iedereen wel zo zou reageren. Sterker, ik zou het direct weer doen. Weglopen? Dat doe je niet zo snel als er een pistool tegen je hoofd wordt gezet”, glimacht hij fijntjes. Ook Ton denkt dagelijks nog wel eens terug aan die fatale dag. “Zeker als ik weer in de tuin werk, dan ben ik wat schrikachtiger maar ik ben een nuchter mens, het leven gaat door. Onlangs zag ik de jongens  in de rechtbank. Dan ben ik wel blij dat het recht zijn beloop krijgt. Ik heb ze gezegd dat ik ze kan vergeven, maar ik kan het niet vergeten!”

Uniek
Liliana en Evert de Boer zijn ook de inwoners van Voorschoten dankbaar. “Ik kom soms mensen tegen die ik helemaal niet ken, die vragen hoe het met mij gaat”, zegt Liliana. “Dat is echt bijzonder.” En haar man voegt er nog aan toe: “Voorschoten beschikt over een warme en betrokken gemeenschap. Dat hebben wij echt gemerkt. De sfeer in deze plaats is uniek. Dat ligt vooral aan de mensen die er wonen en dat mag ook wel eens gezegd worden.” En Ton? Die is de rest van zijn leven zeker van een baan. Dat heeft de familie al aangegeven!”

Back To Top