De onderscheiden ex blauwhelmen. Robert Kaufmann zit op de voorste rij, derde van rechts. Foto | Marjolein Altena

Voorschoten – Vanmiddag heeft burgemeester Staatsen op Kasteel Duivenvoorde 11 draaginsignes uitgereikt aan Voorschotense oud-militairen die zich in de periode van 1956 tot 1988 hebben ingezet voor de vredesmissies van de VN. Trots kwamen ze naar voren om hun insigne in ontvangst te nemen.

De draaginsigne is een uitvloeisel van de toekenning van de Nobelprijs van de Vrede in 1988 aan de vredesmachten van de Verenigde Naties voor deelname aan vredesmissies vanaf 1956. De prijs is uitgereikt aan de Verenigde Naties, niet aan de individuele personen die daarbij betrokken zijn geweest. Met de instelling van het draaginsigne ‘Nobelprijs VN-militairen’ geeft de Minister van Defensie tastbaar uitdrukking aan de erkenning van en waardering voor de ruim 9000 (oud)-militairen die namens Nederland in de periode tussen 1956 en 1988 als ‘blauwhelmen’ hebben deelgenomen aan VN-Vredesmissies.

Vredesmissies
Nederland heeft in die jaren deelgenomen aan acht VN-vredesmissies: Libanon (UNOGIL en UNIFIL), Egypte (UNEF-1), Westelijk Nieuw-Guinea/West-Irian (UNTEA), Congo (UNOC), Yemen (UNYOM), India/Pakistan (UNIPOM) en Syrië/Jordanië, Israël/Palestina, Syrië, Jordanië, Egypte, Libanon (UNTSO). Van de veteranen die recht hebben op het draaginsigne maakt ruim 95% deel uit van UNIFIL (1979-1985).

Veteranen
Onderscheiden zijn P.J. Baak, F.G.M. de Haag, R.R. Kaufman, A.P.C.N. Peeters, J. Smit, G. van der Vijver, H.C. Vonk, J.J. van Oosten, A.L.M. van Velzen, W.L. Wildenboer en H. de Vries onderscheiden met het draaginsigne ‘Nobelprijs VN-militairen’. De heren F. M. Kroon en S. Meijburg zijn al eerder onderscheiden. In totaal zijn er 19 oud militairen onderscheiden. Een aantal van hen gaf er de voorkeur aan om het insigne via de post te krijgen.

Geen makkie
Robert Kaufmann was één van de oud-militairen die vanmiddag een draaginsigne kregen. Hij zat in de jaren 80 in Libanon. “Een groot verschil met de militairen die tegenwoordig uitgezonden worden. Zij komen in een echte vechtmissie. Dat wil overigens niet zeggen dat Libanon een makkie was. Verre van dat. De dreiging was heel reëel, we zijn beschoten en hadden een aanvaring met de PLO. Dagelijks patrouille lopen en alert blijven, dat vergt. Een van onze jongens is overleden toen hij aan de lokale elektriciteitskabels werkte. Moeilijk te verteren want als hij niet in Libanon was geweest, was het nooit gebeurd. Ik ging er destijds heel idealistisch heen. Als ik dan toch in dienst moest, dan wilde ik ook echt het verschil maken. Langzamerhand drong het tot mij door dat wij de situatie niet konden oplossen. We hebben rust en stabiliteit kunnen brengen maar dat was maar kort want na ons vertrek ging het alsnog mis.”

Erkenning
Robert vind de draaginsigne leuk maar “de erkenning heb ik 30 jaar geleden al gehad. Wij kregen toen allemaal een onderscheiding. Eén van het ministerie van defensie en één van de VN. Deze onderscheiding gaat bij de andere twee. Wat ik wel waardeer is dat de gemeente op zo’n positieve manier aandacht aan de veteranen schenkt. Dat doet goed maar aan de andere kant verbaast het me dat dit een gevolg is van de Nobelprijs in 1988. Dat is 27 jaar geleden maar ach, beter laat dan nooit!”

Back To Top